Stem / Adem

De stem is het middel om verstaanbaar te communiceren met anderen.


Stemproblemen bij kinderen en volwassenen

Stoornissen op het gebied van stem kunnen zich in verschillende vormen uiten. Bij verkeerd of intensief stemgebruik kunnen keelklachten ontstaan. Veel voorkomende klachten zijn een pijnlijk, branderig gevoel, moeite met slikken of een propgevoel (globusklachten). Vaak leiden deze klachten tot hoesten, kuchen en een minder heldere stem.

Bij een stemstoornis kan de stem anders klinken, minder luid worden of van toonhoogte wisselen. De stem kan hees, schor, krakerig klinken of kan geheel wegvallen.

De oorzaak van een stemprobleem kan sterk variëren. Een verkoudheid of een keelontsteking kunnen een oorzaak vormen. Vaak spelen daarnaast andere factoren, zoals verkeerd stemgebruik, verkeerde ademhaling en/of stressfactoren een rol. Tevens kunnen medische factoren of ziektebeelden, zoals astma, COPD en hyperventilatie van invloed zijn op de stem.

De KNO-arts zal een eventuele organische oorzaak, zoals een poliep, stembandknobbeltjes of onvolledige stembandsluiting uitsluiten.

Wat doet de logopedist?

De logopedist verricht (stem)onderzoek, stelt de logopedische diagnose en maakt een behandelplan. In de logopedische behandeling wordt gewerkt aan een goede houding, een juiste ademhaling en een optimaal stemgebruik. Daarnaast worden alle andere factoren die van invloed zijn op het spreken in beeld gebracht. In onze praktijk wordt met verschillende therapievormen en technieken gewerkt. We werken intensief met de therapie van Elfriede Öcker (zie link). Vanuit een holistische benadering wordt in kaart gebracht waar de problemen zitten die adem - en/of stemproblemen veroorzaakt. We werken veel met massage en stem, larynxmanipulatie, adem- en ontspanningsoefeningen, RET en NLP.

Hyperventilatie

Hyperventilatie is een manier van ademhalen waarbij adem en lichamelijke activiteit niet goed op elkaar zijn afgestemd. Meestal wordt er te snel of te diep geademd, waardoor extra koolzuur (CO2) wordt uitgeademd. Het gevolg is dat het koolzuurgehalte in het bloed daalt en er een verandering in de zuurgraad van het bloed optreedt.

Hyperventilatie kan verschillende gevolgen hebben. Symptomen die vaak genoemd worden zijn duizeligheid, tintelingen, ademnood en hartkloppingen. Meestal ervaart men deze symptomen als zeer beangstigend. Hyperventilatie kan optreden als een plotselinge aanval (acute vorm) en als een vrijwel constante manier van ademen (chronische vorm).

Hyperventilatie kan zowel bij kinderen als bij volwassenen optreden en komt voor bij vrouwen en mannen. Hyperventilatie hangt vaak samen met spanningen. Soms is er een duidelijk aanwijsbare oorzaak aanwezig zoals een verkeersongeval of het overlijden van een naaste. Vaak echter is er sprake van gevoelens van onzekerheid en angst en het niet op een effectieve manier omgaan met de eisen die het leven stelt. Hyperventileren kan ook uitsluitend een verkeerde ademgewoonte zijn, die vaak voorkomt in combinatie met voortdurend door de mond ademen of te snel en vrijwel zonder pauzes spreken. De logopedist kan helpen om een functioneel en evenwichtig adempatroon aan te leren. Samen met de cliënt wordt de afwijkende wijze van ademen en alles wat daarmee in verband staat in kaart gebracht en behandeld.


COPD

COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) is de verzamelnaam voor een aantal chronische aandoeningen van de luchtwegen, zoals bronchitis en longemfyseem. Bij COPD raken vooral de kleine vertakkingen van de luchtwegen blijvend beschadigd door een voortdurende ontsteking ervan. De voorkomende oorzaken van COPD zijn roken of langdurig werken in een omgeving met veel stofdeeltjes van steen of metaal in de lucht. COPD komt meestal na het 40e levensjaar voor. Astma vertoont overeenkomsten met COPD. Echter wanneer astmapatiënten klachtenvrij zijn, hebben ze een normale longfunctie en ervaren ze geen beperkingen. Deze aandoening veroorzaakt moeilijkheden bij het ademhalen: de luchtwegen of de vertakkingen van de luchtwegen kunnen vernauwd raken, waardoor vooral de uitademing belemmerd is. In veel gevallen gaat astma gepaard met een allergie (bijvoorbeeld huisstofmijt, huidcellen van dieren, e.d.). Naast plotselinge benauwheidsaanvallen, kunnen hoesten en/of het opgeven van slijm ook voorkomen bij astma.

De luchtwegen van COPD-patiënten reageren sterk op prikkels van buiten zoals huisstof, tabaksrook en temperatuurverschillen. Het ademen lijkt dan niet meer vanzelf te gaan. Er ontstaat kortademigheid door benauwdheid. Elke ademhaling is te horen. Men heeft het gevoel te weinig lucht te krijgen, waardoor spanning en nervositeit optreden. Soms wordt er ook veel gehoest. Infecties en inspanning verergeren deze klachten. De ene patiënt heeft altijd last van de ademproblemen, de ander meer met perioden of in speciale situaties, zoals een astma-aanval als het weer omslaat. Daarnaast komen ook overmatige slijmproductie en chronische hoest voor bij COPD-patiënten. Dit is afhankelijk van soort en mate van COPD.

Ademhalen is op de eerste plaats een levensvoorwaarde, maar ook voor het spreken is adem onmisbaar. COPD-patiënten kunnen dan ook problemen hebben tijdens het praten. Door het ademtekort kunnen maar weinig woorden na elkaar gezegd worden. Er wordt vaak en duidelijk hoorbaar ingeademd, soms ook op onlogische momenten tijdens het praten. Het spreken is hierdoor moeilijker te verstaan. Door de manier van ademhalen worden de stembanden overbelast en kan heesheid het gevolg zijn. Langer spreken is vermoeiend. Vooral COPD-patiënten met een spreekberoep kunnen veel last hebben van hun stem.

Wat doet de logopedist?

De logopedische behandeling van COPD-patiënten zal er vooral op gericht zijn op het omgaan met de eigen optimale longinhoud. De patiënt leert de ademverdeling hierop aan te passen in diverse situaties. De logopedist leert de COPD-patiënt een ontspannen gebruik van adem-/ stemkoppeling. Inzicht in het eigen adempatroon leert de patiënt wat hij moet doen bij dreigende of plotselinge benauwdheid. Hierdoor zal de aanval niet onnodig verlengd worden en zal er geen paniek ontstaan.

Door de spanning en de kortademigheid is de COPD-patiënt vaak in een minder gunstig adempatroon terecht gekomen. Ontspannings- en houdingsoefeningen zijn daarom belangrijk. Hierbij is het wel van belang dat de logopedist samenwerkt met de fysiotherapeut of oefentherapeut, longverpleegkundige en longarts voor een optimale behandeling.

Het vergroten van de spierkracht van de ademhalingsspieren kan ook door logopedist meegenomen worden in de behandeling, waardoor de COPD-patiënt meer hoestkracht heeft en met minder moeite kan spreken. Stemoefeningen en ademoefeningen zorgen er ten slotte voor dat het spreken minder moeite kost.

Echter, de logopedist kan dit met behulp van logopedische therapie rondom stemgeving en articulatie nog verder laten toenemen. Verder kan de logopedist communicatieadviezen geven aan de patiënt en zijn omgeving om de communicatie te optimaliseren. Bij vergevorderde COPD kan door de logopedist ondersteunende communicatie ingezet worden.

De logopedist kan helpen bij het verminderen van en omgaan met chronisch hoesten en reflux. Bij gevorderde COPD krijgen steeds meer COPD-patiënten slikproblemen. De logopedist kan dan onderzoek, behandeling, begeleiding en adviezen bieden bij problemen bij eten en drinken.


Astma

Astma is een nog ongeneeslijke chronische ontsteking van de luchtwegen. Mensen met astma kunnen soms moeilijk ademhalen: zij worden kortademig, ademen 'piepend' of moeten hoesten. De benauwdheid ontstaat doordat de spieren rond de luchtwegen samentrekken, de wand van de luchtwegen opzwelt en de productie van taaislijm toeneemt. Door deze processen worden de luchtwegen verengd.

Astma-aanvallen worden veroorzaakt door pollen, stof, dierenhaar, koude lucht, rook, oplosmiddelen en lichamelijke inspanning. Een belangrijk verschil tussen astma en COPD is dat astmatische patiënten wisselend klachten ervaren. Meestal hebben ze een normale longfunctie, afhankelijk van de ernst van de astma. COPD-patiënten hebben continu een afwijkende longfunctie en klachten zoals kortademigheid. Bij astmapatiënten wordt vaak de uitademing belemmerd.

Astmapatiënten kunnen afhankelijk van de ernst en de frequentie van de astma-aanvallen ademhalingsproblemen, slikproblemen, keelproblemen of stemproblemen hebben. Slikproblemen kunnen voorkomen, doordat een cliënt bijvoorbeeld tijdens het eten door de mond wil ademen. Voorbeelden van keelproblemen zijn keelpijn of een droge keel. Stemproblemen zijn onder andere verkeerd stemgebruik, heesheid, schorheid of een vermoeide stem.

Wat doet de logopedist?

De logopedist onderzoekt de ademhaling, het stemgebruik, de verstaanbaarheid en eventueel de slikfunctie van de astmapatiënt. Dit gebeurt na verwijzing van een huisarts, longarts of KNO-arts. Daarnaast gaat de logopedist na of de patiënt last heeft van chronisch hoesten of reflux (terugstromen van zure maaginhoud naar de slokdarm).

Na de diagnose stelt de logopedist samen met de patiënt een behandelplan op. De logopedische therapie start met het geven van uitleg over stemgeving, ademhaling, ademregulatie en stemhygiëne. De logopedist kan helpen bij het aanleren van gezond stemgebruik, ademhaling en stemgeving, ademverdeling, verminderen van chronische hoest, waardoor ook de verstaanbaarheid kan toenemen. Ook leert de logopedist de patiënt een gecontroleerde ademhaling te gebruiken tijdens het spreken of tijdens astma-aanvallen. Hierbij werkt de logopedist soms samen met een fysiotherapeut of oefentherapeut Cesar / Mensendieck.

De logopedist geeft adviezen aan cliënten die chronische hoest of reflux hebben, hoe ze deze klachten kunnen verminderen. Bij slikproblemen zal de logopedist adviezen geven voor veilig eten en drinken. Ook kan een andere manier van eten / drinken (compensatiestrategieën) aangeleerd worden.